Landelijke politici zijn kennisblind als het op sekswerkers aankomt, betoogt socioloog en onderzoeker Yannick Bleeker in dit opiniestuk.
Bron: Het Parool 28 april 2019
Yannick Bleeker, socioloog en onderzoeker bij Regioplan Beleidsonderzoek. Onderzocht o.a. My Red Light, seksuele uitbuiting en de sociale positie van sekswerkers
Tweede Kamerlid Anne Kuik kreeg op 14 april bij Buitenhof de kans om haar ideeën over prostitutiebeleid te toetsen aan de kennis van hoogleraar Ine Vanwesenbeeck. Een cadeau-tje zou je zeggen.
Helaas, wat volgde was een voorspelbare en ergerniswekkende discussie tussen ideologie en kennis. Wetenschappelijke inzichten die je kruistocht in twijfel trekken zijn vervelend. Beter laat je je leiden door Exxpose, een clubje gelijkgestemden dat in zes jaar tijd 40.000 handtekeningen verzamelde.
De ideeën van Kuik tekenen de teneur van het kabinet: sekswerk is abnormaal en moet worden ontmoedigd. We moeten nadenken over beleid dat de seksbranche controleert en saneert. Deze wens is van morele aard.
Op één punt hebben Anne Kuik en het kabinet gelijk. Het huidige sekswerkbeleid functioneert niet. Maar de oplossing die de regering lijkt te prefereren, is de verkeerde. En niet zo’n beetje ook. Verdere onderdrukking van legaal sekswerk is, zo stellen wetenschappers en belangenbehartigers, namelijk een slecht en ronduit gevaarlijk idee. Maar wat dan wel? Stel versterking van de sociale positie van sekswerkers voorop en gebruik handhaving en strafoplegging als hulpmiddel. Niet andersom.
Normalisering
Misstanden in de seksbranche moeten hard worden aangepakt: of er nu 400 of 4000 slachtoffers van misstanden per jaar zijn, doet er eigenlijk niet toe. Er moet meer balans komen tussen de aandacht voor controle en handhaving aan de ene kant, en normalisering en empowerment aan de andere.
Ons kabinet, kiest in zijn huidige benadering uitsluitend voor het eerste: verregaande regulering, strikte handhaving en ontmoediging. De Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden uit 2011 wordt nu aangepast. De opvolger is naar alle waarschijnlijkheid niet radicaal anders dan de eerste poging.
Sterker nog, de verwachting is dat de registratieplicht er weer onderdeel van wordt. Ook het streven naar een landelijk dekkend netwerk van uitstapprogramma’s kan met een cynische blik en als actief ontmoedigingsbeleid worden gezien.