Nederlandse sekswerkers vertellen welke nationaliteit het beste is in bed

sex

Zoals Schiphol-medewerkers koffers uit alle uithoeken van de wereld voorbij zien komen, zo zien sekswerkers pikken vanuit de hele wereld de revue passeren. Sterker nog, ze zien ze niet alleen, ze moeten er ook mee werken. En het is een voldongen feit: de ene pik is de andere niet. Nou is generaliseren een van de domste dingen die je kan doen – geen mens doet ‘het’ immers hetzelfde – maar ik was toch benieuwd of sekswerkers wat konden zeggen over de kwaliteitsverschillen tussen nationaliteiten, wat betreft het van bil gaan. Ik sprak vier sekswerkers en vroeg ze om eens even lekker te generaliseren. Dat lukte. Zo vertelde raamwerker Miriam dat Afrikanen “het meest van doorrammen” houden. Alle Afrikanen – alle 1,1 miljard. Of in ieder geval de helft daarvan.
Rebecca*, escort in Amsterdam en omstreken: “Als ik naar een Japanner moest dan zei ik tegen mijn chauffeur dat-ie de motor maar moest laten draaien, omdat ik dan meestal binnen tien minuten weer terug was”

Het is wel grappig, want ik ben 23 jaar geleden begonnen met dit werk. Vroeger kon je nog ongegeneerd praten over verschillende nationaliteiten, maar nu ben ik bang dat ik racistisch overkom.

Meer lezen

De partijen in het prostitutielandschap

Het prostitutiebedrijf kent drie partijen: de sekswerker, de klant en de exploitant. Deze drie partijen kunnen aan verbodsbepalingen onderhevig gemaakt worden. Dat gold aanvankelijk voor de exploitanten.Het bordeelverbod uit 1911, betekende de criminalisering van de bordeelhouder. De mannelijke bordeelhouder werd toen net als de pooier met een landloper vergeleken. Hij werd steevast ‘souteneur’ genoemd. Die term is nu uit de gratie geraakt ten gunste van pooier, die in tegenstelling tot de meeste bordeelhouders een emotionele relatie met de vrouwen heeft. De vrouwelijke bordeelhouder heette ‘madame’.

Het bordeelverbod uit het begin van de twintigste eeuw veranderde het prostitutielandschap totaal. De bordelen gingen dicht maar prostitutie bleef echter bestaan.

Ter ere van de verschijning van een boek vieren ‘oude hoerenmadams’ een feestje in Amsterdam.

Straatprostitutie nam na de invoering van het bordeelverbod fors toe. Raamprostitutie ontstond als een combinatie van straat- en thuisprostitutie. De vrouwen gingen voor de deur staan of zitten en spraken passerende mannen aan. Dit heette vigileren. De politie greep in waardoor de vrouwen naar binnen moesten, dus achter het raam gingen zitten. Tot diep in de twintigste eeuw zouden straat- en raamprostitutie de gemoederen blijven bezighouden.

Een tweede belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de prostitutie in Nederland was het weer opheffen van dit bordeelverbod in 2000.

De laatste jaren verwart men de bordeelhouder weer met de pooier. Zonder blikken of blozen hebben medewerkers van respectabele media het over de invoering of afschaffing van het bordeelverbod als een pooier verbod. Maar de ‘pooier’ die geweld jegens een sekswerker pleegt en/of haar in een afhankelijke situatie brengt, is altijd al strafbaar geweest.

Vanaf de komst van Napoleon was werken als prostituee legaal. De sekswerker noch de klant werd gecriminaliseerd. Maar iedere stad vulde dat anders in. Van 1910 tot 1911 was in Rotterdam de klant strafbaar krachtens het plaatselijke bordeelverbod. Door de invoering van het landelijk bordeelverbod, kwam de lokale klant criminalisering te vervallen.

De derde partij, de klant, is in veel Scandinavische landen strafbaar. Wel zijn in het verleden bepaalde klanten strafbaar gesteld, bijvoorbeeld getrouwde en/ of joodse mannen. Naderhand zijn mensen die een, twee of drie partijen wilden criminaliseren zich abolitionisten (afschaffers) of neo- abolitionisten gaan noemen. Zij beweerden en beweren nog steeds dat de sekswerker in hun systeem met rust zou worden gelaten. Het is echter naïef te veronderstellen dat het criminaliseren van klanten en /of bordeel houders, de sekswerker onberoerd laat. Integendeel, hij/ zij wordt daarmee afhankelijk gemaakt van bijvoorbeeld criminelen die de verboden diensten wel willen leveren. Er ontstaat dan een tegenstrijdige situatie: voor het uitvoeren van een legaal beroep is er geen legale omgeving meer.

Sietske Altink
bron: https://sekswerkerfgoed.nl/de-partijen-in-het-prostitutielandschap/, https://www.dominaforum.nl/prostitutie-in-het-nieuws/de-partijen-in-het-prostitutielandschap/

Den Haag Prostitutie in de16de eeuw

Den Haag was in de 16de eeuw een kleine plaats met weinig inwoners maar wel met enige prostitutie. Bij het Spui, destijds een havenbuurt, waren vele verdachte logementen en bordelen te vinden waar ook flink werd gedobbeld.

Deze gelegenheden werden door de dienaren van de procureur generaal van Holland en de baljuw ge- exploiteerd. In 1539 dienden buurtbewoners een klacht in en eisten dat er een einde aan die regeling kwam. Ze klaagden ‘dar dair dagelicx menige oneerlicke taverne ende herberge van bordeelen werdt bij den dienaren van den procureur generaal van Holland ende oick van den bailliu van den voorscr’. Het was de ‘Vlecke van den Hage’ met zijn vele vechtpartijen en mishandelingen. Dag en nacht ging het gescheld door. De bewoners wezen erop dat ze een goede naam hoog te houden hadden. De bewoners werden in het gelijk gesteld en de dienaren en de baljuw mochten vanaf toen geen ‘oneerlijke’ herberg meer uitbaten.

Het Spui kwam uit op het Padmoes, in de tweede helft van de 16de eeuw ook een beruchte wijk met veel sloppen, krotten en stegen, waar de prostitutie zich had genesteld. Het was een van de armste buurten in het dorp Die Haghe. Het lag aan de gracht de Paddemos, waarschijnlijk genoemd naar Patmos, het Griekse verbanningsoord van de evangelist Johannes.

De buurt werd uiteindelijk gedeeltelijk gesloopt om de bouw van de Nieuwe Kerk mogelijk te maken. In 1649 werd de eerste steen gelegd. De dichter-predikant Johannes Vollenhove had er, na de bouw van de Nieuwe Kerk, weinig goede woorden voor over: “‘door ontucht eertijts besmet en qualiyk berucht. En weleer stond Padmoes hier, een slijknest, nutst vergeten…”.

Er moest iets gebeuren met de rest van de Padmoes. Mede daardoor werd In de Padmoes een soort sociale woningbouw avant la lettre gepleegd. Welgestelde mannen en vrouwen bouwden er hofjes met kleine bijna gratis huisjes voor armen, ook wel geefhuisjes genoemd. Voor de grond moest echter pacht worden betaald.

Enkele geefhuisjes zijn te danken aan een pachtschuld van de griffier van het Hof van Holland aan Margriette Jansdochter. Zij wilde die schuld wel voor hem overnemen mits ze er een Sint Jacobshuis mocht laten bouwen. Dat mocht. Er kwam een kapelletje bij waar de zes vrouwen die in haar geefhuisjes mochten wonen, dagelijks moesten gaan bidden.

Rond 1870 schilderde Vincent van Gogh een van de hofjes. In de jaren zestig wilde Den Haag het slopen maar in 1966 kwam het op de monumentenlijst. De hofjes hebben nog lang bestaan. Enkele woningen van het Heilige Geest Hofje uit 1647 grensden aan de raamprostitutie in de Doubletstraat.

Bronnen:

Pabon, N.J. (1936), Den Haag tot het einde der zestiende eeuw. Bijdragen over het godsdienstig, zedelijk en maatschappelijk leven in Den Haag, jaarboekje

Veldhuyzen Sv. E.m, (1991) De drievuldigheids- of geefhuisjes, jaarboekjes

De website van het gemeentearchief Den Haag.

C.L. Hansen, (1916) Over Haagse Hofjes, jaarboekje die Haghe

Ex-prostituee krijgt vier jaar cel voor afpersing van klant die nadien uit het leven stapte

Een 39-jarige ex-prostituee uit Tielt, die nu in Harelbeke woont, is in beroep veroordeeld tot vier jaar cel omdat ze een klant zodanig zwaar afperste dat die zichzelf van het leven beroofde. De man, een leraar, schonk haar 224.500 euro inclusief goudstaven.

Op 6 december 2016 stapte de toen 56-jarige D., een leerkracht, uit het leven. Uit het uitvoerige sms-verkeer op zijn gsm bleek dat de man het laatste jaar van zijn leven geregeld afspraakjes had met de prostituee S.S., die toen in Tielt woonde.

Onderzoek wees uit dat hij en de prostituee liefst 1.300 sms’en naar elkaar verstuurden. Verder onderzoek wees uit dat de leraar haar ook bijna 225.000 euro zou hebben geschonken, inclusief goudstaven uit de familiekluis. Toen de man stopte met geld te schenken, dreigde de prostituee alles aan zijn vrouw te vertellen.

“Vanavond op straat”

D. antwoordde: “Maak mijn leven niet kapot, ik heb je al zoveel gegeven.” Maar S.S. was niet te vermurwen: “Vier kilo (goud, nvdr.) wil ik. Als je niet komt, sta je vanavond op straat!” Enige tijd later stapte de man uit het leven.

Zelf ontkende de vrouw de afpersing en volgens haar was het geld bestemd als schadevergoeding omdat de man tijdens de SM-seks te ver was gegaan. Het hof geloofde die versie echter niet. De straf werd verzwaard van drie naar vier jaar cel. Het hof sprak de vrouw wel vrij voor 76.100 euro, maar moet aan de weduwe wel 148.800 euro terugbetalen naast een morele schadevergoeding van 25.000 euro en meer dan 88.000 euro aan geleden inkomstenverlies.

Bron: Nieuwsblad.be