Adieu Bordeel (deel 1)

COLUMN

Er zijn in twintig jaar tijd meer dan zevenhonderd bordelen verdwenen. Heeft het bordeel haar langste tijd gehad? Laat ons eerst en vooral even stilstaan bij het feit dat Den Haag ooit prostitutiestad nummer 1 was. Popstad nummer 1 kwam pas veel later.

Als wij terug flitsen naar het jaar 1539 vinden wij in de stadsarchieven een decreet van Koningin Maria van Henegouwen, waarin zij het bevel gaf om het Spui vrij te maken van bordelen. In deze buurt bevond zich in de tweede helft van de 16de eeuw al de wijk Padmoes. Een beruchte krottenbuurt vol gevaarlijke stegen met vele bordelen.

Den Haag is altijd ruimhartig geweest voor prostituees en hun klanten. In de 17de en 18de eeuw was onze stad de tweede prostitutiestad van de Republiek. De grootste was 020 – waar wij tot op de dag van vandaag nog steeds het meest en het hardst door worden genaaid. In de Hofstad werd het gunstig stemmen van een diplomaat, door hem mee te nemen naar een prostituee, zelfs gedoogd.

Maar let op: er stonden strenge straffen op overspel, en zo werd prostitutie gezien. In het zeventiende- en achttiende-eeuwse Den Haag werden prostituees, net als in andere steden, gestraft door ze tentoon te stellen in een kooi, die zó snel werd rond gedraaid dat zij tot vermaak van het gepeupel hun kleren onder kotsten. Dit wrede gebruik werd pas in 1752 afgeschaft.

Het was Napoleon die als eerste zei: reglementeren. Dit betekende dat prostituees geregistreerd moesten worden en bij ziekte thuis moesten blijven. Tussen de twee wereldoorlogen verschenen de eerste ‘massagehuizen’ in Den Haag. Met codes kon je aangeven wat je wilde: Russisch of Frans. Wie Frans was weet ik niet.

Massagesalons
Wederom: in Den Haag waren meer massagesalons dan elders in Nederland. Dat is volgens mij nog steeds zo, maar ik ben geen kenner van het genre. In de jaren 50 begon rond de Poeldijksestraat de prostitutie. Een van de eerste pooiers was ene Karel Verkijk, die met drie vrouwen – Marie Vet, Blonde Frieda en tante Stien – een goed liggende zaak had.

De buren protesteerden hevig. Tot ze in de gaten kregen dat dit een lucratieve business was. Zij zetten, subiet en terstond, moeders achter het raam. De vrouwen hadden kleurrijke bijnamen: de Barones, de Kaketoe, Slapende Aal, Zwarte Handje, Riet de Leugenaar – en de Gaspijp. (wordt vervolgd)


Bron: https://www.ad.nl/den-haag/adieu-bordeel-deel-1~aa5f2cfd/