In België komt decriminalisering van sekswerk rap dichterbij

Een constante spanning tussen mogen bestaan en niet mogen bestaan. En geen enkele steun krijgen van het systeem. Wel belastingen betalen, maar niet dezelfde sociale rechten genieten als alle andere belastingbetalers. Het zijn de problemen van al wie actief is als sekswerker in België.

Er is behoefte aan een beter statuut. En daar wordt ook aan gewerkt. In december werd het wetsontwerp seksueel strafrecht van Justitieminister Vincent Van Quickenborne goedgekeurd in eerste lezing in de Kamercommissie Justitie. Het wetsontwerp gaat uit van een decriminalisering van sekswerk. Wat zou dat betekenen voor sekswerkers? Dat vertelt hoogleraar strafrecht aan de UGent, Gert Vermeulen.

“Het strafrecht is behoorlijk ambigu. Sekswerk op zich wordt niet verboden, alleen is het zo dat er een erg sterk artikel bestaat in het wetboek (art. 380) dat wie geld verdient aan het sekswerk van iemand anders, wel strafbaar is. Het gaat dan om iemand die ramen verhuurt, een uitbater van een bordeel, het halen van een abnormaal voordeel uit een huurcontract,… Zelfs als die persoon niet gericht is op uitbuiting, maar enkel uitbating is hij nog strafbaar”, zo vertelt Gert Vermeulen.

Het is een verdrag van de Verenigde Naties uit 1949 dat gaat over mensenhandel dat voor die regels heeft gezorgd. Op zich had het verdrag goede bedoelingen, maar toen werd met een heel morele bril gekeken naar sekswerk. “Niet meer van deze tijd”, zegt Vermeulen.

Beluister hier het volledige gesprek over het statuut en de decriminalisering van sekswerk in ‘De Wereld van Sofie’.