Een bezoeker van sekswerkers in gesprek met NRC: “Binnen vijf minuten in een paradijsje”

Een bezoeker van sekswerkers is in gesprek geweest met NRC, deze ‘wandelaar’ vertelt over zijn ervaringen in de afgelopen dertig jaar. Hij vind dat sekswerkers ondergewaardeerd worden en ‘halve psychologen’ zijn. Het hele interview lees je hieronder.

Wat een tragiek dat iemand die zulk mooi en nuttig werk doet, die er met een goed gevoel naar terugkijkt, er toch niet voor uit durft te komen”, mailde een 60-jarige man* naar aanleiding van de vorige rubriek, waarin een voormalig sekswerker aan het woord komt. Die wilde niet met zijn naam in NRC, om zijn ex en hun twee kinderen te beschermen. Ook hij moet, zoals hij zegt, „hypocriet zijn, godverdomme” – hij is een trouw bezoeker van sekswerkers en -clubs, iets waar je dus ook niet zomaar mee naar buiten treedt. Hij wil er wel meer over vertellen.

Het woord sekswerker gebruikt de man, die vrouwen bezoekt, zelf niet; hij vindt het te steriel klinken. Liever heeft hij het over prostituees of meisjes van plezier. Vóór corona ging hij twee of drie keer per maand, meestal naar een club in Duitsland. Het afgelopen jaar regelde hij contacten via kinky.nl, al mocht dat het grootste gedeelte van het jaar eigenlijk niet. Niet ideaal, vindt hij: „Je moet maar hopen dat ze lijken op hun foto.”

De eerste keer was voor hem meer dan dertig jaar geleden, in de rosse buurt van Den Haag. Waarom hij de stap zette, en hoe hij zich voelde voordat hij naar binnenging, herinnert hij zich niet meer. Wel dat het meteen „een prettig contact van mens tot mens was. Ik ben drie keer bij haar geweest. De derde keer zei ze: ‘Wat leuk dat je er weer bent.’”

Hij heeft, zegt hij, altijd „huisje boompje beestje gewild”, en is „op zich niet blij dat ik geen standaard gezinnetje heb.” Hij heeft een paar relaties gehad, de langste duurde tien jaar. In het begin daarvan stopte hij met het bezoek aan sekswerkers. „Maar op een gegeven moment dacht ik: als ik het van haar moet hebben, wordt het niks meer.”

Bezoek aan sekswerkers is veel makkelijker dan een relatie, zegt hij. „Als je iemand ziet die je leuk vindt, kan het wel een half jaar duren voor het wat wordt. Of misschien heb je een leuke nacht en wil je daarna niet verder, maar dan kan ze gaan bellen. Bij prostituees kun je altijd terecht en je kunt kiezen. Ze zijn wel jonger dan de vrouwen die ik in de kroeg tegenkom.” Vindt hij dat aantrekkelijker? „Een jongere vrouw ziet er over het algemeen leuker uit. Maar een diepgaand gesprek is moeilijk. Ze komen vaak uit Roemenië en dat soort landen.”

Aanwezigheid

Sekswerkers zijn ondergewaardeerd, vindt de zestigjarige. „Binnen vijf minuten ben je in een paradijsje. Het is niet alleen een nummertje maken, het is ook contact opbouwen. Dat krijgt zo’n meid toch maar voor elkaar met een wildvreemde. Het zijn halve psychologen. Natuurlijk: hoe meer een klant het naar zijn zin heeft, hoe eerder hij weer weg is.” Hij denkt dat hij een prettige klant is. „Niet zozeer seksueel misschien, maar ik heb het gevoel dat ze mijn aanwezigheid prettig vinden. In elk geval in vergelijking met anderen. Met mij is het niet van: ik heb 50 euro betaald, pijpen kreng! Ik vraag geen rare dingen, ook om niet in een neerwaartse spiraal re raken waarbij je steeds extremere seks wilt. Ik doe hetzelfde als dertig jaar geleden.” Hij zoekt vooral warmte en intimiteit bij een sekswerker, zegt hij. „Naast een mooie vrouw liggen, kroelen, en uiteindelijk word je daar zo opgewonden van dat je seks wilt. Het allermooiste vind ik als zo’n mooie vrouw naar me glimlacht. Dat hóéft ze niet te doen.”

De kwestie van gedwongen werken en mensenhandel stipte hij al aan in zijn mail: „Jij en ik worden ook gedwongen om te werken.” Gelooft hij dat echt? „Het is ingewikkeld.” Drie keer heeft hij meegemaakt dat een vrouw mishandeld werd door een pooier, een van die vrouwen dook drie maanden bij hem onder. Een meisje uit de Duitse club, dat sinds corona thuis in Roemenië is, steunt hij financieel. „Haar vader is net uit de gevangenis, er zijn allerlei problemen, ik probeer haar naar school te krijgen. Na haar grootmoeder en moeder ben ik degene die het dichtst bij haar staat.”

*Naam op verzoek weggelaten, maar bekend bij de NRC redactie.