Anna van ‘t Hek: ‘Yab Yum’ heeft me van mijn vooroordelen bevrijd

Anna van ‘t Hek maakte een film over de roemruchte seksclub Yab Yum. Tijdens haar research raakte ze verdwaald in een moordzaak. ‘Ik was soms bang, ja. Ik bén helemaal geen misdaadjournalist.’

Haar eerste kennismaking met Yab Yum was een deceptie. Ze bezocht het pand in 2016, toen het een museum was. Samen met haar 85-jarige oma, vertelt Anna van ‘t Hek. “Ze is een enorm chique dame, het leek me heel grappig om dat met haar te doen.”

Maar van de glans van het ooit zo exclusieve bordeel in Amsterdam was weinig over. “Het was een spookhuis waar het letterlijk stonk: naar riool, naar water dat niet meer liep”, vertelt Van ’t Hek via een videoverbinding. “Het was er vies, er stonden nog wat vuile champagneglazen. En een paar paspoppen.”

Die bleken te zijn neergezet door Mitch: ex-manager van de seksclub die in 2009 op last van de rechter moest sluiten. Hij was initiatiefnemer van het groezelige museum en hoopte met de poppen iets van het oude, bruisende leven na te bootsen. Mitch werd uiteindelijk een van de hoofdpersonen van Yab Yum, de documentaire die Van ’t Hek maakte.

“Yab Yum is altijd een mythische, iconische plek in de stad geweest”, zegt de filmmaakster, zelf geboren en getogen Amsterdammer. Dat imago alleen al trok haar aan. “En Mitch vond ik zo intrigerend: een man die zijn eigen verleden levend houdt, die blijft terugverlangen naar zo’n dubieuze plek. Ik dacht dat dát het verhaal van mijn film zou worden.”

Portier Bertje

Zo begon haar onderzoek naar het duurste bordeel van Nederland, roemrucht in de jaren tachtig en negentig. Wat maakte dat ex-manager Mitch daar met zoveel plezier en weemoed op terugkeek? Het verkommerde pand aan het Amsterdamse Singel was haar vertrekpunt. “Het was net het Forum Romanum: alles is er nog, maar je moet de geschiedenis zelf reconstrueren.”

Makkelijk ging dat niet. Zo moest ze wel een jaar zeuren om één dag in het pand te mogen, in 2018 – het museum was inmiddels gesloten, de gemeente had beslag gelegd op het gebouw. Het werd een hectische draaidag van zestien uur, voorbereid als een militaire operatie. “In vintagewinkels hadden we passende attributen en meubelstukken verzameld, we vonden zelfs barkrukken en asbakken die echt in Yab Yum hadden gestaan. De nacht voordat we mochten filmen, heb ik niet geslapen. In die ene dag wilden we Yab Yum terugbouwen in de oorspronkelijke luister, we wilden tonen hoe mooi het ooit was. Om vervolgens te laten zien hoe de club en het pand steeds meer zijn vervallen.”

Die beelden, van klatergoud én afbraak, zijn in de film gemonteerd tussen de interviews met oud-werknemers door. Ook voor hén moest Van ’t Hek hard werken. Ze sprak in de researchfase met 135 mensen: oud-klanten van het bordeel, barkeepers en veel dames, voormalig gastvrouwen. “Ze wilden allemaal met me praten en wijn drinken, maar niet op camera. Ik heb mensen gesproken, een man en een vrouw, van wie hun eigen kinderen niet eens weten dat ze elkaar in Yab Yum hebben ontmoet.” Ook Mitch trok zich verschillende keren terug uit de film; uit angst, ontdekte Van ’t Hek.

Zware criminaliteit

Want de geschiedenis van Yab Yum is verweven met de zware criminaliteit. “Ik heb heel Nederland in z’n blote kont voorbij zien komen”, zegt ex-barman Tonnie in de film. De ceo’s van grote bedrijven, bekende Nederlanders, internationale artiesten. Namen worden in de film nauwelijks genoemd, de code van weleer wordt nog steeds gerespecteerd: whatever happens in Yab Yum, stays in Yab Yum. Maar gaandeweg werd de club steeds meer het domein van topcriminelen en hell’s angels. Klaas Bruinsma, Sam Klepper, John Mieremet – ze waren er kind aan huis.

Vanaf het moment dat de onderwereld begon te vergaderen in de Caviar Club in de kelder, ging het bergafwaarts. Oprichter Theo Heuft – die ook aan de documentaire meewerkte – werd ernstig bedreigd en afgeperst en moest zijn club in 1999 voor een habbekrats verkopen aan Hennie Vittali, toen de eigenaar van een parenclub in Amsterdam-Noord.

Het dieptepunt was de moord op portier Bertje (Bert Bons) in januari 1996. Een traumatische gebeurtenis voor alle mensen die Van ’t Hek uiteindelijk wél voor de camera kreeg: naast manager Mitch, eigenaar Theo en barman Tonnie werkten ook twee voormalig gastvrouwen en een ex-klant mee aan haar film. (Van ’t Hek noemt iedereen in de documentaire bij de voornaam, de namen van de vrouwen zijn gefingeerd. “Het was een fictiewereld daarbinnen.”)

Over de gloriejaren van Yab Yum vertellen sommigen met glimmende ogen en zichtbare heimwee. Maar als Bertje in de film ter sprake komt, zwijgen ze allemaal. De wond lijkt nog vers. De moordenaar is nooit gepakt, het is kennelijk ook na 25 jaar nog te pijnlijk en te gevaarlijk om erover te vertellen.

Een bevreemdende en heftige ervaring voor Van ’t Hek. “Ik was helemaal niet uit op een moordverhaal, ik wilde simpelweg een film maken over de mensen die terugverlangen naar Yab Yum. Maar ik raakte toch in die criminaliteit verdwaald. De mensen met wie ik sprak waren nog steeds bang, en ik zelf ook wel, ja, al ben ik nooit een grens overgegaan. Ik kan nog steeds niet alles zeggen wat me ter ore is gekomen, simpelweg vanwege mijn eigen veiligheid. Ik heb op een gegeven moment zelfs misdaadjournalist John van den Heuvel gebeld, een heel aardige man. Ik vroeg: hoe doe jij dit werk? Hij zei: als je last krijgt, dan bel je me maar.” Maar dat is niet gebeurd, zegt Van ’t Hek: “Ik heb bewust geen slapende honden wakker gemaakt.”

Zelfstandig zonder pooier

Natuurlijk was er nóg een prangend thema, waarop Van ’t Hek wel was voorbereid: de prostitutie, de rol van vrouwen in Yab Yum. Twee van hen waren uiteindelijk bereid om hun verhaal voor de camera te vertellen, al blijft Maureen onherkenbaar in beeld. Ook zij halen mooie herinneringen op aan de gloriedagen, maar beiden vertellen over een onfortuinlijke jeugd, falende ouders en foute partners, voorafgaand aan hun sekswerk.

“Voordat ik deze film maakte, keek ik naar prostitutie met een grachtengordelblik”, zegt Van ’t Hek. “Ik dacht: het is slecht, het is mensenhandel, de vrouwen zijn allemaal slachtoffer. Maar door mijn gesprekken met de dames ben ik er anders over gaan denken. Vooral van Maureen heb ik veel geleerd. Ik ben erachter gekomen dat er best iets romantisch kan zitten aan het vak en zelfs iets feministisch. En Yab Yum was zeker niet de naarste plek binnen de seksindustrie; Theo had zicht op de vrouwen, hij heeft zich altijd erg voor ze ingezet, lette erop dat ze zelfstandig ondernemers waren en geen pooier hadden.

Een fata morgana

“Maar alle vrouwen die ik heb gesproken zijn wel beschadigd geraakt vóórdat ze in Yab Yum terechtkwamen. En verschillende vrouwen die in de club werkten, hebben zelfmoord gepleegd. Dat zegt ook wel iets. Wat? Dat weet ik niet. Het vak zelf is ingewikkeld.”

Heeft het maken van de film de maakster ook veranderd? “Ja, het heeft me veel opener gemaakt en ook meer empathisch, al is dat misschien een beetje arrogant om te zeggen. Maar mijn vooroordelen zijn verdwenen. Het hoort ook bij volwassen worden, dat je leert dat niet alles zwart-wit is.”

En ja, ze snapt nu ook beter waarnaar ex-manager Mitch zo terugverlangt. “Ik begrijp dat je verlangt naar jong zijn, grenzeloos zijn, een plek waar geen regels lijken te bestaan. Maar het trieste was dat Yab Yum een fata morgana was. Ze verdienden superveel geld, maar het was een plek gedoemd om te mislukken. Net als het Romeinse Rijk kon het niet blijven bestaan. Het hedonisme eet zichzelf uiteindelijk op. Of zoals Henk, een vriend van eigenaar Theo, in de film zegt: er zullen altijd rakkertjes op de loer liggen om dit soort plekken van je af te pakken.”

Yab Yum is geproduceerd door Halal en te zien vanaf 25 februari via Picl.

Bron: Trouw.nl